Uitblinken in goede werken

Laat mij maar eens zien dat je kunt geloven zonder daden; ik zal u door mijn daden tonen dat ik geloof.
Jakobus 2:18b


Geloven en werken zijn niet elkaars tegengestelde. Geloven in God en werken in eigen kracht – dát zijn tegengestelden. Want je kunt niet in God geloven en tegelijkertijd op jezelf vertrouwen. Maar als je wel in God gelooft, zul je zien hoe Hij door jou heen gaat werken.

Uit geloof komen dus wel degelijk daden voort. Goede werken, die bewijzen dat je goed gelooft. Maar de volgorde is wel altijd: eerst het geloof, dan de werken. Eerst de rust, dan de actie. Eerst de positie, dan de praktijk. Eerst de boom, dan de vrucht.

‘Aan de vruchten herkent men de boom’ (Mat. 12:33b).

Ben je er zeker van dat God je rechtvaardig heeft verklaard, dan sta je op goede grond en kunnen de levenssappen van Jezus door je heen stromen. Je staat op de plaats waar God je zonden en eigen werken kan wegsnoeien, zodat je meer en meer op Hem leert vertrouwen. Let dan op, want dan komt er steeds meer goede vrucht tevoorschijn.

Kijk wat God dan in je uitwerkt. Zit je barstensvol genade (als een gezonde boom), dan is je grootste plezier om daarvan uit te delen (met goede vrucht).

Je ontvangt voldoening van je werk als eruit komt wat God erin stopt. ‘Hem valt geluk ten deel, juist om wat hij doet’ (Jak. 1:25b).