Uitverkoren door genade

Maar u bent een uitverkoren geslacht, een koninkrijk van priesters, een heilige natie.
1 Petrus 2:9

Het volk Israël is aangekomen bij de berg Sinaï. Die berg wordt ook wel Horeb genoemd, dezelfde berg waar Mozes God ontmoette in een brandende doornstruik (Hand. 7:3). God heeft gezegd dat Hij hen hier wil ontmoeten (Ex. 3:12). Nu is het dan zo ver!

‘Jullie hebben gezien hoe ik ben opgetreden tegen Egypte, en hoe ik je op adelaarsvleugels gedragen heb en je hier bij mij heb gebracht’ (Ex. 19:4).

God vertelt het volk wat Hij met hen van plan is. Hij herinnert hen aan het verbond dat Hij met Abraham sloot. Een genadeverbond, omdat het helemaal van zijn kant zou komen. Dat woord is nog steeds van kracht. God wil er helemaal voor hen zijn, zodat zij helemaal van Hem zullen zijn.

‘Als je mijn woorden ter harte neemt en je aan het verbond met mij houdt, zul je een kostbaar bezit voor mij zijn, kostbaarder dan alle andere volken – want de hele aarde behoort mij toe’ (Ex. 19:5).

God heeft een afspraak met Abraham gemaakt dat zijn nakomelingen tot zegen zullen zijn voor heel de wereld. Hij ziet het al voor zich hoe zijn eigen kostbare volk in het beloofde land gezegend zal worden. En hoe ze tot zegen zullen zijn voor de rest van de wereld.

‘Een koninkrijk van priesters zul je zijn, een heilig volk’ (Ex. 19:6).

Kun je je voorstellen hoe God naar dit moment heeft uitgezien? En weet je dan wel dat Hij ons als gemeente van Jezus ook zo op het oog heeft?

Maar u bent een uitverkoren geslacht, een koninkrijk van priesters, een heilige natie, een volk dat God zich verworven heeft (1 Petr. 2:9).