Vrij van Satans macht

De Zoon van God is dan ook verschenen om de daden van de duivel teniet te doen.
1 Johannes 3:8

Jezus en zijn discipelen komen met de boot aan de overkant van het meer aan. Daar stormt een bezeten vent op hen af, poedelnaakt, beresterk, vol duisternis. Maar Jezus blijft kalm. Hij haalt naar boven wat die man beheerst: een legioen demonen. Die stuurt Hij een stel varkens in, die zichzelf vernietigen door zich als lemmingen in het meer te storten. De man laten ze gelukkig en aangekleed achter (Marc. 5:1-20).

Zo gaat dat voortdurend. Waar Jezus komt kunnen machten van Satan geen stand houden (Marc. 1:24, 39).

Telkens als de onreine geesten hem zagen, vielen ze voor hem neer en schreeuwden: ‘Jij bent de Zoon van God!’ (Marc. 3:11).

En zo is het ook nu. Waar het kruis wordt opgeheven, moet Satan wijken. Want daar aan het kruis heeft Jezus afgerekend met de boze. Vergeving van zonden impliceert dan ook bevrijding van de machten die je aanklaagden en gebonden wilden houden.

De strijd is gestreden. De banier van de overwinning, het kruis van Jezus, is opgeheven. Zoals God indertijd voor zijn volk streed tegen de goden van Egypte en de machten van Amalek (Ex. 17), zo heeft Hij gestreden tegen de wereldwijde terreur van Satan.

Hij heeft zich ontdaan van de machten en krachten, hij heeft hen openlijk te schande gemaakt en in Christus over hen getriomfeerd (Kol. 2:15).

Dus mag jij rusten in Jezus’ overwinning.  

De Zoon, die uit God geboren werd, beschermt hem, zodat het kwaad geen vat op hem heeft (1 Joh. 5:18).