Veel meer genade

Immers uit zijn volheid hebben wij allen ontvangen zelfs genade op genade.
Johannes 1:16 (NBG ’51)

Mensen zijn eigenwijze wezens. Kunnen zo moeilijk geloven dat God zo veel goeds te geven heeft. Maar de Here God blijft zijn genade aanbieden. Want zo is Hij: zijn hart stroomt over van liefde. Dat zit dan ook besloten in zijn naam: Hij zal er zijn.

Mozes weet het. Maar hij heeft ook gezien hoe God de wet tussen Zichzelf en zijn volk plaatste. Is God dan veranderd? Zal Hij er nog wel zijn voor zijn volk? Hoe zal Hij er dan zijn? Waarin schuilt Gods heerlijkheid?

‘Laat mij toch uw majesteit zien,’ zei Mozes (Ex. 33:18).

‘Hij nu zeide: Ik zal mijn luister aan u doen voorbijgaan en de naam des HEREN voor u uitroepen: Ik zal genadig zijn, wie Ik genadig ben, en Mij ontfermen, over wie Ik Mij ontferm’ (Ex. 33:19, NBG ’51).

Hoor je het? God is niet veranderd, ook niet ten tijde van de wet. In het Oude Testament blijft God zijn genade en liefde aan zijn volk aanbieden. Hij zal bijvoorbeeld een tent inrichten om met hen mee op te trekken. En ook slachtrituelen instellen die verzoening bewerken. Maar als Jezus komt, kan God zijn genade pas echt goed geven.

De wet is door Mozes gegeven, de genade en de waarheid zijn door Jezus Christus gekomen (Joh. 1:17, NBG ’51).

Met Jezus is Gods volle glorie tevoorschijn gekomen: genade op genade (Joh. 1:16). De genade die God in het oude verbond al toonde, is nu onbelemmerd en in volle omvang voor jou en mij beschikbaar, dankzij Jezus. Een opeenstapeling van vergeving, bevrijding, genezing, herstel, voorspoed, vrede, geluk – en alles wat God zijn kinderen in zijn vrijgevigheid gunt.