Verbondenheid – De eerste gemeente bij Jezus thuis

‘Waar twee of drie mensen in mijn naam samen zijn, ben ik in hun midden.’
Matteüs 18:20

Jezus begint zijn gemeente zodra Hij naar buiten treedt.
Als Johannes de Doper Jezus heeft gedoopt, wijst hij Hem aan als het lam van God dat de zonden van de wereld wegneemt.
Direct zijn er twee knullen die nieuwsgierig achter Hem aan lopen. Jezus draait zich om en vraagt wat ze zoeken.

‘Rabbi,’ zeiden zij tegen hem (dat is in onze taal ‘meester’), ‘waar logeert u?’ (Johannes 1:38).

Jezus stelt graag zijn huis open voor die twee. De verbinding is gelegd. De eerste gemeente gaat van start, het huis van God, waarin Jezus zelf de gastheer is.

Hij zei: ‘Kom maar mee, dan zul je het zien’ (Johannes 1:39).

De volgende dag slepen de jongemannen hun broers en vrienden mee naar Jezus. Zo ontstaat het gezelschap waar Jezus drie jaar lang zijn leven mee zal delen.
Dat is dan ook het kenmerk van elke kerk: het is een gemeenschap waar Jezus de kans krijgt om zijn leven te delen.

Wink – God is niet mijn Vader, maar onze Vader. Onze Vader in de hemel, die zijn wil zal laten geschieden op aarde – via de gemeente.