Waarom? Daarom!

In dikke duisternis roept Jezus het uit.

‘Mijn God, mijn God, waarom hebt u mij verlaten?’ (Mat. 27:46).

Zijn kreet is zo indringend, dat hij in het geheugen van de toeschouwers wordt gegrifd en in de oorspronkelijke spreektaal van Jezus (het Aramees) is opgetekend.

‘Eloï, Eloï, lema sabachtani?’ (Mat. 27:46, Marc. 15:34).

De Zoon van God, die zijn leven lang zo innig verbonden was met zijn Vader, ondergaat nu Gods afwijzing. Waarom? Jezus weet dat God zich moet terugtrekken als zijn Vader om te kunnen optreden als Rechter. God moet de zonde straffen. Elke zonde die mensen ooit hebben gedaan of nog zullen doen wordt Hem aangerekend, zodat God niet opnieuw welke zonde dan ook ooit hoeft te straffen (Jes. 53:6). Zo vervult Jezus Gods gerechtigheid.

Waarom dus van God verlaten? De eniggeboren Zoon van God ondergaat het lot dat alle mensen zou moeten treffen. God wordt zijn Rechter. Om zo alle mensen de kans te bieden om zonen en dochters van God te worden. God is onze Vader.

Jezus wordt een kort moment van God verlaten, zodat wij in alle eeuwigheid nooit meer van Hem verlaten zullen zijn.

Nooit heeft Jezus God aangesproken als God. Altijd als Vader. In alle vier evangelieën staat dat opgetekend, tientallen keren. Nu voor het eerst roept Jezus God aan als God. Voor de eerste en laatste keer. Want God blijft zijn Vader, aan wie Hij zich kan toevertrouwen.

‘Vader, in uw handen leg ik mijn geest’ (Luc. 23:46).

Johannes 19:19-30 Matteüs 27:34-50 Marcus 15:23-37 Lucas 23:32-46