Wanneer val je uit genade?

Gods genade is openbaar geworden tot redding van alle mensen. Ze leert ons dat we goddeloze en wereldse begeerten moeten afwijzen.

Titus 2:11-12

Sommige mensen begrijpen Gods genade niet. Het klinkt hun verdacht in de oren dat God al je zonden definitief vergeven heeft. Kun je er dan maar op los leven? Zulke mensen begrijpen niet wat Gods genade teweegbrengt. Als je zonden vergeven zijn, krijgt Gods Geest de ruimte om je te veranderen. Daarom blijft er geen enkel excuus over om te blijven zondigen.

Betekent dit nu dat we moeten blijven zondigen om de genade te laten toenemen? Dat in geen geval. Hoe zouden wij, die dood zijn voor de zonde, nog in zonde kunnen leven? … We zijn door de doop in zijn dood met hem begraven om, zoals Christus door de macht van de Vader uit de dood is opgewekt, een nieuw leven te leiden (Rom. 6:1-5).

Waar genade wordt ontkend of beperkt, grijpen mensen terug naar de wet om de zonde de baas te worden. Direct komt Gods Geest op afstand te staan. Zulke mensen vertrouwen namelijk niet op zijn kracht, maar op hun eigen kracht. Daarmee verspillen ze Gods genade en blijft de zonde voortwoekeren.

Je valt niet uit genade als je zondigt (genade is juist bedoeld om je op te vangen als je zondigt). Je valt uit genade als je terugkeert naar de wet.

U bent van Christus losgeraakt, u die door de wet gerechtvaardigd wilt worden; en daarmee bent u uit de genade gevallen (Gal. 5:4, HSV).

Binnen Gods genade is er vergeving voor zonde, bevrijding uit zonde en overwinning over zonde. Omdat Gods Geest je niet en nooit verlaat, zelfs niet in je zonde. Hij is erbij, om je eruit te halen.

Johannes 16