Wat een hogepriester!

Een hogepriester als hij hadden we ook nodig.

Hebreeën 7:26

God wilde dat de Grote Verzoendag een eeuwige instelling zou worden (Lev. 16:29, 31, 34). En dat is hij geworden, dankzij onze eeuwige hogepriester Jezus. Hij is onze perfecte vertegenwoordiger bij God. Hij kan honderd procent voor ons opkomen, zonder enige beperking. Hij kan namelijk helemaal met ons meevoelen, omdat Hij in alles aan ons gelijk geworden is.

Want de hogepriester die wij hebben is er een die met onze zwakheden kan meevoelen, juist omdat hij, net als wij, in elk opzicht op de proef is gesteld (Hebr. 4:15a) …

Maar Hij heeft ook honderd procent recht van spreken, omdat Hij zelf in niks tekortgeschoten is of veroordeeld kan worden.

… met dit verschil dat hij niet vervallen is tot zonde (Hebr. 4:15b).

Hij heeft zijn taak niet zelf verzonnen, maar is daar door God toe aangesteld. Hogepriesters werden aangesteld van vader op zoon. Jezus is Gods bloedeigen Zoon.

Christus heeft zich de eer hogepriester te worden evenmin zelf verleend, dat deed degene die tegen hem zei: ‘Jij bent mijn zoon, ik heb je vandaag verwekt’ (Hebr. 5:5).

God heeft het optreden van Jezus als voorspraak tussen Hem en mensen een eeuwige status verleend.

‘Jij zult voor eeuwig priester zijn’ (Hebr. 5:6).

Daarom en om alle bovenstaande redenen kan Jezus jou en mij eeuwige redding bieden: uit de zonde, in Gods heerlijke aanwezigheid.

Hij werd voor allen die hem gehoorzamen een bron van eeuwige redding, omdat God hem heeft uitgeroepen tot hogepriester (Hebr. 5:9-10).

Het gaat erom dat je zijn perfect volbrachte werk als hogepriester dan ook aanvaardt. Je mag daar immers altijd en in alle opzichten gebruik van maken!

Zo kan hij ieder die door hem tot God komt volkomen redden, omdat hij voor altijd leeft en zo voor hen kan pleiten (Hebr. 7:25).