Wel in brand, niet verteerd

 

Mozes zag dat de struik in brand stond en toch niet door het vuur werd verteerd.
Exodus 3:2


Hoe wil de Here God zichzelf bekendmaken? Hij doet dat aan Mozes allereerst in een tafereel. Mozes ziet een doornstruik in brand staan, maar die wordt niet verteerd (Ex. 3:2). Welk beeld krijgt hij van God op zijn netvlies?

Hoe kan het dat die struik niet verbrandt? dacht hij. Ik ga dat wonderlijke verschijnsel eens van dichtbij bekijken (Ex. 3:3).

Mozes ziet hoe de schepping door de zonde onder de vloek terechtgekomen is. Doorns en distels zou de aarde voortbrengen (Gen. 3:18). Hij ziet ook Gods heilige vuur. Maar hoewel de doornstruik brandt, wordt die niet verteerd. Veelzeggend!

God maakt hier duidelijk dat zijn heiligheid niet bedoeld is om wat door de zonde beheerst wordt te vernietigen. Integendeel, Hij zal in die combinatie van zijn goddelijke heiligheid en die menselijke zondigheid spreken. Hij zal zeggen dat Hij er toch zal zijn.

Mozes zal die indruk van God later meenemen de berg Sinaï op. Als God op de top verschijnt in laaiend vuur, zal hij daarnaar omhoog klimmen en het vuur binnengaan (Ex. 24:17-18). Hij weet dan dat hij vuurvast is. Want God is betrouwbaar, ook in zijn heiligheid.

God wil niemand verteren. Hij heeft alleen zijn eigen Zoon verteerd, die aan het kruis de verzengende hitte van Gods veroordeling onderging (Joh. 19:28). Jezus nam de vloek op zich (Gal. 3:13), met een doornenkroon op zijn hoofd (Joh. 19:5).

Het enige wat van Mozes gevraagd wordt is zijn schoenen uit te doen.

‘Trek je sandalen uit, want de grond waarop je staat, is heilig’ (Ex. 3:5).

Hetzelfde vraagt God aan ons: om niet langer onze eigen weg te gaan en ons eigen oordeel te vellen over onszelf, anderen, of God.