Wil je wel volmaakt zijn?

 

‘Volg mij.’

Marcus 10:21

Je hoort het mensen vaak zeggen: ‘Ik kom vast wel in de hemel, ik ben een goed mens.’ De rijke man die bij Jezus benadert wil ook bevestigd worden dat hij een goed mens is. ‘Ik heb me altijd keurig aan de wet gehouden. Wat moet ik nu nog meer doen om het eeuwig leven te verwerven?’

 

 

‘Een ding ontbreekt u,’ antwoordt Jezus. ‘Ga naar huis, verkoop alles wat u hebt en geef het geld aan de armen, dan zult u een schat in de hemel bezitten’ (Marc. 10:21).

Waar ontbreekt het deze man aan? Aan genade. Hij zal zijn eigen verdienste op moeten geven, zijn eigen streven om door God goedgekeurd te worden.

In het evangelie van Matteüs lees je dat Jezus er nog iets bij zegt. ‘Als je volmaakt wil zijn’ (Mat. 19:21) Als je dus helemaal foutloos wil handelen en zonder tekorten wil zijn? Maar dat lijkt onbereikbaar. En de wet kan daar al helemaal niet in voorzien, die brengt juist aan het licht dat je altijd weer faalt.

De wet heeft trouwens in geen enkel opzicht de volmaaktheid gebracht (Hebr. 7:19).

Maar er is er één wel volmaakt. Hij kan zijn volmaaktheid doorgeven. Jezus heeft dat gedaan door onze onvolmaaktheid aan het kruis over te nemen en ons in zijn volmaaktheid te plaatsen.

Door deze ene offergave heeft hij hen die zich door hem laten heiligen voorgoed tot volmaaktheid gebracht (Heb. 10:14).

Stel je voor dat hij straks Jezus’ volmaakt volbrachte offer zou leren kennen. Op grond daarvan zou hij dan door God volmaakt verklaard worden en eeuwig leven ontvangen. Maar dan moet hij wel hij ingaan op Jezus’ woorden: ‘Kom dan terug en volg mij’ (Marc. 10:21).

Lucas 18