William Holman Hunt – Twaalfjarige Jezus

Beslissingen voor de rest van je leven

Er komt een moment dat we ons los moeten maken van onze ouders. Ze hebben ons naar hun beste weten geholpen om te ontdekken hoe we onszelf mogen zien. Maar nu moeten we zelfstandig verder met de kennis die we over onszelf hebben opgeduikeld. Misschien blijft hun stem op de achtergrond nog meeklinken in ons doen en laten, maar de stemmen uit onze omgeving zullen steeds luider mee gaan klinken. Maar krijgen we daardoor het inzicht dat we nodig hebben om onszelf te kennen en ons leven richting te geven?
We zullen ontdekken dat we ondanks alles wat we over onszelf aangereikt krijgen toch vooral op onszelf aangewezen blijven. We blijven vreemden voor elkaar en eigenlijk ook voor onszelf. Wie kan ons echt vertellen wie we zijn, waarom we er zijn, of het er toe doet dat we er zijn?

Als we het onszelf niet kunnen vertellen wie we zijn en waarom we er zijn, en de mensen om ons heen ook niet, wie dan wel? We hebben een sterkere stem nodig, een die ons door en door kent en toch van ons blijft houden, en daarom recht van spreken heeft om te zeggen wie we zijn. Iemand die ook nog ons hele leven bij ons blijft om ons daaraan te herinneren.
Met de kracht en veiligheid van die stem in ons leven kunnen we onze identiteit ontwikkelen. Als we vragen hebben over onszelf, geeft die stem antwoord. Als we twijfelen aan onszelf, schept die stem duidelijkheid. Als we onszelf kwijtraken, roept die stem ons terug. En als we onszelf tegenvallen, troost die stem ons. Het moet een stem zijn die vreugde in ons opwekt, omdat wat hij zegt over ons klopt, en ons opvangt en troost, ook als hij ons corrigeert. Die stem moet herkenbaar voor ons zijn, ons raken en diep van binnen bevestigen.

Jezus zocht naar die stem. Zijn ouders hadden Hem voor een tijdje verzorgd en begeleid, maar ze waren niet in staat om Hem klaar te stomen voor zijn levenstaak. In de tempel gaf Hij te kennen dat Hij een andere stem zocht. Aan die Vader wilde Hij zich toewijden, omdat Hij die nodig had om te worden wie Hij was en daarin vol te houden. Dat besluit zou de rest van zijn leven bepalen. Twaalf jaar was Hij toen Hij tegen zijn ouders zei: ‘Weten jullie dan niet dat Ik thuis moet zijn bij mijn Vader?’

De Britse kunstenaar William Holman Hunt (1827-1910) was in zijn jonge jaren atheïst, maar raakte er in 1851 van overtuigd dat Jezus van bijzondere betekenis was voor hemzelf en voor de wereld. Daarom begon hij goed gedocumenteerde Bijbelverhalen te schilderen. Zijn verfijnde pre-rafaëlitische stijl zien we ook op dit schilderij terug. Hij heeft Jezus als twaalfjarige in een uiterst gedetailleerd uitgewerkte oriëntaalse zaal geplaatst. Ook heeft hij allerlei verwijzingen uit de Bijbel in zijn schilderij opgenomen. Op de rand van de tempeldeur staat bijvoorbeeld de profetie uit Maleachi gegrafeerd: ‘Opeens zal Hij naar de tempel komen, de Heer naar wie jullie uitzien’.

Maar onze aandacht gaat natuurlijk vooral uit naar de oosters uitziende mensen. Wetgeleerden zijn met elkaar en hun vragen bezig. Maria en Jozef richten hun aandacht op Jezus, over wie ze zich zorgen hadden gemaakt toen ze Hem kwijt waren geraakt. Jezus kijkt recht vooruit, de toekomst. Hij heeft zich verbonden met zijn eeuwige Vader, Hij weet dat het zijn bestemming is om Zoon van God te zijn. Daarin is Hij ons al jong in voorgegaan. Misschien hebben wij als tiener ook al beslissingen genomen die de rest van ons leven zouden bepalen. Misschien kwam dat later. Hoe dan ook – wij mogen ons net als Jezus afstemmen op onze eeuwige Vader, om met vertrouwen in onze bestemming te wandelen, als kinderen van God.

Doorlezen: Lucas 2:41-52; Jeremia 1:4-8; Exodus 3:2-10.

William Holman Hunt (1827-1910): The Finding of the Saviour in the Temple, 1854–1860, olieverf op doek, 138 x 85 cm, Birmingham Museum and Gallery, Engeland.

Willem de Vink