Zeg amen, want zo is het!

‘Dit zegt Amen, de trouwe en betrouwbare getuige.’

Openbaring 3:14

Je hoort Jezus zijn woorden vaak beginnen met ‘waarachtig, ik verzeker jullie’ (in de Nieuwe Bijbelvertaling), of ‘voorwaar, voorwaar, Ik zeg u’ (in de Herziene Statenvertaling). Letterlijk begint Hij hier met de woorden ‘amen, amen’. Amen is een Hebreeuws woord dat in de Griekse tekst van het Nieuwe Testament is blijven staan en ook hier en daar in onze vertalingen. Het betekent ‘zo is het’, of ‘vast en zeker’. Het dient dan ook meestal als bevestiging van een belangrijke bewering (Rom. 1:25, 9:5, 11:36). Amen kan ook als instemming van een lied of lofprijzing opklinken (Op. 1:6, 5:14). En de meeste boeken van het Nieuwe Testament eindigen met amen (al vind je dat in veel vertalingen niet terug).

Amen is dus een uitroepteken achter een belangrijke zin. Maar Jezus begint zijn uitspraken vaak met ‘amen, amen’ – en dat is bijzonder. Daarmee benadrukt Hij de waarde en waarheid van wat Hij gaat zeggen. In het evangelie van Johannes begint Hij zo wel vijfentwintig keer.

Jezus kan dat zeggen – amen, amen: zo is het, zo is het –, omdat Hij zijn woorden compleet waarmaakt. Hij is de enige die dat doet. Hij is zelf de Amen (Op. 3:14).

Die uitroeptekens gebruikt Hij ook weer als Hij opnieuw wil benadrukken dat je de Vader alles mag vragen – en dat Hij dat dan ook echt allemaal zal geven. Dus:

‘!!’

‘Amen! Amen!’

‘Voorwaar, voorwaar! Ik zeg u: Alles wat u de Vader zult bidden in Mijn Naam, zal Hij u geven’ (Joh. 16:23, HSV).

Tip – Als je ‘amen’ zegt, bedenk dan dat je een naam van Jezus uitspreekt, die alles waar zal maken (2 Kor. 1:20).

Johannes 16