Zegen onder de zalving

De zalving die u van hem ontvangen hebt is blijvend.

1 Johannes 2:27

Voordat de hogepriester en zijn priesters in de voorhof en de tabernakel aan de slag kunnen, zalft Mozes hen met olie. Want alleen gezalfd zullen ze priester zijn.

‘Laat je broer Aäron en zijn zonen deze kleding aantrekken en zalf hen; zo wijd je hen en heilig je hen om mij als priester te dienen’ (Ex. 28:41).

De zalfolie is een bevestiging van hun taak. Ze kunnen die niet in eigen kracht uitoefenen, maar alleen op gezag van God, zichtbaar gemaakt door de olie.

‘Door hen op deze manier te wijden, verleen je Aäron en zijn zonen voor altijd het recht om het priesterschap uit te oefenen’ (Ex. 29:9).

De zalving is een bekroning. Niet alleen priesters, maar ook koningen worden gezalfd (1 Sam. 16:1, Ps. 89). De zalf is namelijk een beeld van de heilige Geest, die op hen zal zijn (1 Sam. 16:13). Jezus zegt dat Hij gezalfd is om het goede nieuws te proclameren (Luc. 4:18). Wie gezalfd is, brengt geweldige zegen teweeg.

Hoe goed is het, hoe heerlijk als broeders bijeen te wonen! Goed als olie op het hoofd

die neervalt op de baard, de baard van Aäron, en neervalt op de hals van zijn gewaad, als de dauw van de Hermon die neervalt op de bergen van Sion. Daar geeft de HEER zijn zegen: leven voor altijd (Ps. 133:1-3).

Ook jij leeft onder die zegen. Want ook jij bent gezalfd – zowel tot koning als tot priester (1 Petr. 2:9). Gods Geest zorgt ervoor dat je op een koninklijke manier kunt heersen over de omstandigheden. En dat je ook priesterlijk mensen kunt dienen.

Hijzelf leert je hoe je dat moet doen. Want onthoud het goed: die zalving is blijvend (1 Joh. 2:27).