Abel Pann – Abraham en Isaak

 

God zal voorzien

Tijdens een verblijf in Jeruzalem gingen Marian en ik boekwinkels af op zoek naar documentatie van de kunstschilder Abel Pann. We verdiepten ons in Israëlische kunst en zijn werk sprak ons aan, omdat hij bijbelse taferelen treffend in Levantijnse sferen had gezet. Niemand kon ons helpen, totdat we in de King George Street tegen een etalage aanliepen vol met werk van deze kunstenaar. Verlekkerd stapten we naar binnen om een poos tussen de kunstwerken rond te blijven hangen. We ontroerden bij het zien van een voorstelling van twee oude mensen die zich over een baby buigen: Abraham en Sara, met Isaak in de armen. Prompt lieten we een litho van de afbeelding inpakken om mee naar huis te nemen.

Abel Pann (pseudoniem van Abba Pfeffermann) werd in 1883 geboren in het deel van het Russische Rijk dat nu Wit-Rusland heet. Zijn vader was rabbi. Zelf deed hij de kunstacademie in Odessa en Parijs, nadat hij in Vitebsk tekenles had gehad van dezelfde leraar die Marc Chagall en Ossip Zadkine verder had geholpen. In 1913 vertrok hij naar Jeruzalem, waar hij les ging geven aan de Bezalel kunstacademie, die net door de Zionisten was opgericht. Al die tijd publiceerde hij cartoons en illustraties. Vanaf 1924 ging hij zich wijden aan voorstellingen uit de Bijbel. Daarvoor legde hij zich toe op pastelkrijt. Pann beeldde zijn taferelen uit in de sfeer van heet Midden-Oosten en gebruikte exotisch geklede arabieren en bedoeïenen als modellen, waarmee hij zich onderscheidde van de Westerse beeldtaal die tot dan toe in bijbelproducties gebruikelijk was. ‘Eindelijk wordt de Bijbel door de ogen van Sem bekeken en niet door die van Jafeth,’ merkte een criticus op.

We zien in bovenstaande tekening hoe Abraham zijn zoon Isaak innig vasthoudt. De omhelzing hindert hem om het verschrikkelijke te doen wat hem werd opgedragen. Dan klinkt er een stem. Zijn naam wordt geroepen: ‘Abraham, Abraham!’ Het is de naam waarin God de belofte had vastgelegd dat hij een vader van veel volken zou worden. Die belofte stond op het spel als hij zijn zoon zou slachten. Abraham is in in een bestaanscrisis terechtgekomen. Wat voor zin heeft zijn leven nog, als hij zijn zoon, zijn enige, moet afstaan? God wist hoeveel deze vader van zijn zoon hield. Waarom dan dit drama, waarin hij afstand van hem moet doen?

‘Ik luister,’ antwoordt Abraham daar op die berg waar hij zijn zoon op het hout van het altaar vastgebonden heeft. Toch, ondanks de crisis, geeft hij antwoord. Juist in de crisis. ‘Hinani,’ in het Hebreeuws, is de enige reactie die ons uit onze verwarring en wanhoop kan halen. En als Abraham luistert, ziet hij alles anders. God komt met een ram, die in plaats van zijn zoon op het hout geleged moet worden.

Het is een moment van diep inzicht, dat luisteren en zien. Als vader en zoon de berg afdalen, weet Abraham dat hij naar Gods hart werd geleid. Hij heeft doorleefd wat er ooit zal gebeuren. In de Brief aan de Hebreeën lezen we dat Abraham geloofde dat God zijn zoon uit de dood had kunnen opwekken. Daarom was hij de berg opgegaan en was hij blijven luisteren. En daarom eindigt deze geschiedenis in Genesis met een bijzondere conclusie uit de mond van de aartsvader: ‘Op deze berg zal God voorzien.’ Zo is het dan ook gegaan. Jahweh Jireh, de God die voorziet, is inderdaad met een offerlam gekomen, op deze zelfde berg Moria. Heel dit gebeurten verwijst naar Jezus, Gods Zoon, die met het offer van zijn leven zijn Vader veel kinderen zou geven.

Vader en zoon is het grondthema van de Bijbel. Abel Pann heeft dat begrepen en daarom meerdere keren Abraham met Isaak uitgebeeld. En altijd maakte hij de innige relatie tussen vader en zoon zichtbaar. Daarom is het des te schokkender dat de kunstenaar in de onafhankelijkheidsoorlog van 1948 zijn jongste zoon verloor.

Abel Pann (1883-1963): Abraham en Isaac, rond 1950, pastelkrijt.

Doorlezen: Genesis 22:1-19; Hebreeën 11:17-19; Johannes 12:27-32; Lucas 23:33-46; Romeinen 8:32; Johannes 3:16-17.

Willem de Vink

Lees ook mijn artikel ‘Jezus in Joodse kunst’.