Vincent van Gogh – Bijbel van zijn vader

 

Genade voorhanden

De helft van zijn oeuvre maakte Vincent van Gogh tussen september 1880 en november 1885 in België en Nederland, thuis in Etten en Nuenen, in Den Haag en Drenthe. Deze hele periode gebruikte Vincent de bruin- en grijstinten van de romantiek en de Haagse school, die de indruk versterkt van de somberte die hem kwelde. Daar komt pas verandering in als hij zijn ouderlijk huis achter zich laat en via Antwerpen naar Frankrijk vertrekt. Hier ontstaan de uitbundige schilderijen van zonnebloemen, landschappen en stadsgezichten die zoveel mensen aanspreken.

Voordat Vincent voorgoed zijn familie en vaderland verlaat, maakt hij nog één schilderij, een uniek doek, behoorlijk anders dan de rest van zijn werk. Hij schildert de Bijbel van zijn pas overleden vader, die hij in zijn atelier bewaart en bij zijn broer Theo wil achterlaten. Al zien we nog steeds die donkere toonzetting, het is toch al een werk waarin zijn nieuwe stijl zich aandient, een artist’s impression van snelle streken met een al redelijk vrij kleurgebruik.

‘Ik schilderde die in eens, op één dag’, zou hij opgetogen over zijn nieuwgekozen werkwijze aan zijn broer melden.

Nooit eerder schilderde Vincent een stilleven van een boek (later zal hij nog wel een stapel boeken vereeuwigen uit liefde voor de literatuur). Wel drukt ook dit eenvoudige werkstuk het unieke en persoonlijke uit waar de schilder zo naar streefde. Het is alsof de kunstenaar in dit symbolische werk zijn hele levensverhaal weet vast te leggen, zowel zijn verleden als toekomst. Hij verwerkt er zijn afscheid in en ook de aankondiging van de richting die hij zal kiezen: weg van het religieuze leven dat zijn ouders kenmerkte en waaraan hijzelf ondanks zijn hartstochtelijke pogingen geen deel kon krijgen, het vrolijke leven tegemoet waarin hij zichzelf hoopt te vinden, richting het artiestenwalhalla Parijs.
Zoals Rembrandt een gedoofde kaars bij de pasgeboren Jezus schilderde om het afscheid van het oude verbond te symboliseren, zo heeft Vincent een gedoofde kaars naast de Bijbel geplaatst om zijn omwenteling te markeren. Voor de Bijbel ligt een verfomfaaid geel boekje: Le joie de vivre staat erop, Emile Zola is de schrijver, uitgegeven in Paris, lezen we. Het geeft de richting aan waarheen hij van plan is te gaan.

Maar wie denkt dat Vincent afscheid neemt van de Bijbel, vergist zich. Hij heeft boven de onleesbare kolommen tekst namelijk het hoofdstuk zichtbaar gemaakt waarop hij het boek heeft opengelegd. Dat is een veelzeggende keuze, waarmee hij zijn doek een geladen en hoogstpersoonlijke noot geeft. ‘ISAIE LIII’ lezen we, bijzonder zorgvuldig geschilderd te midden van de woest aangebrachte verfstreken.
Vincent verwijst met het puntje van zijn penseel doelbewust naar Jesaja 53. Dit is het hoofdstuk waarin de Oudtestamentische profeet de ruil aankondigt waar het in heel het Nieuwe Testament om draait. Hier wordt de lijdende knecht beschreven die onze smarten van ons zou overnemen, die wordt aangewezen als het schaap dat in onze plaats ter slachting wordt geleid. Vincent heeft het geweten, hij heeft naar die ‘vrolijke ruil’ verlangd en zou ernaar blijven verlangen. De ‘joie de vivre’, het evangelie dat hij ook in seculiere boeken zocht, lag op deze bladzijde voor het grijpen, maar hij bleef een gekwelde ziel, die gebukt ging onder veroordeling, wat hem na zijn omzwervingen in Frankrijk tot zelfmoord zou drijven.

Genade was maar mondjesmaat voorhanden in het huis van Vincents vader. De wet bleef hier het oordeel bepalen waar hij als oudste zoon zo obstinaat van werd en voor zou weglopen. Hij zou zijn bevrijding ook onderweg niet vinden, waar hij als bohemien zonder een thuis verwikkeld bleef in een felle strijd met zichzelf, zijn collega’s en de wereld om hem heen. Ook zijn broer en diens vrouw konden hem niet de geborgenheid, voldoening en levensvreugde bieden die hij zocht, ondanks hun trouwe bijstand. Maar heel zijn leven is deze ene bladzijde voor hem open blijven liggen.

Vincent van Gogh (1853-1890): Stilleven met Bijbel (1885), olieverf op doek, 65.7 cm x 78.5 cm, Van Gogh Museum, Amsterdam.

Doorlezen: Jesaja 53, Matteüs 27, 2 Korintiërs 5:21. Zie ook mijn boek ‘Dit is liefde, Vincent’.

Willem de Vink

Lees mijn artikel in het Nederlands Dagblad ‘Waarom wij Van Gogh zo mooi blijven vinden’.

Lees ook mijn Brief aan Vincent, gepubliceerd in Elisabeth.