Vincent van Gogh – De barmhartige Samaritaan
Vincent van Gogh was een man vol compassie. Dat komt misschien wel het beste tot uitdrukking in het schilderij ‘De barmhartige Samaritaan’, dat hij twee maanden voor zijn dood schilderde. Jezus vertelde dit verhaal om ermee duidelijk te maken wat er echt toe doet in het leven. Het werk ontroert me, omdat het zo goed weergeeft wie Van Gogh wilde zijn. Ik heb het verschillende keren in het Kröller Müller Museum opgezocht om het tot me te laten spreken. Het werd zelfs een boek, ‘Dit is liefde, Vincent’.
Van Gogh wil zich zo vereenzelvigen met de barmhartige Samaritaan, dat hij hem weergeeft in een zelfportret, karakteristiek met rode baard en gebogen neus. De kunstenaar schildert hem in de kleuren die de Messias symboliseren. Het wit van de tulband staat voor zijn zuiverheid. Het rood van de fez is zijn bloed dat zou vloeien voor de mensheid. Het goud van de mantel vertegenwoordigt zijn koninklijke waardigheid. Het blauw van de broek spreekt van de verbinding die hij legt tussen hemel en aarde.
Het slachtoffer op het schilderij – dat volgens het verhaal van Jezus bij een roofoverval halfdood langs de kant van de weg was gedumpt – wordt door de Samaritaan vol mededogen op zijn rijdier geduwd. Je ziet hoe hij daarvoor zijn hele lichaam inzet; zijn wil om te helpen druipt eraf.
Opmerkelijk is hoe Van Gogh de weerstand die de Samaritaan moet overwinnen heeft weergegeven. De grove toetsen waarmee hij de bergen heeft geschilderd drukken als het ware op beide figuren. Zo ziet de schilder zichzelf: als iemand die tegen alle druk in anderen barmhartigheid wil bewijzen. Maar dat is wel in tegenspraak met wat er zich in de praktijk van Vincents leven afspeelde. Hij joeg juist iedereen tegen zich in het harnas. Thuis in Brabant was hij niet meer welkom, in Wallonië werd hij weggejaagd bij de mijnwerkers, hij maakte in Zuid-Frankrijk ruzie met zijn vriend Gauguin, hij belandde daar op het politiebureau en in een inrichting, waar hij maar verbleef kreeg hij heibel met zijn buren en ten slotte zou hij in Noord-Frankrijk de dood vinden na een ruzie met een stel kwajongens.
Waarom zo’n tragisch leven? Vincent van Gogh wilde dolgraag geliefd zijn, maar lees je zijn brieven, dan leer je iemand kennen die niet van zichzelf kon houden. Hij vroeg voortdurend om aandacht, acceptatie en liefde, maar was nooit tevreden. Hij veroordeelde zichzelf. Van Gogh wilde een barmhartige Samaritaan zijn, maar hij was eigenlijk het slachtoffer langs de kant van de weg, berooid en verworpen. Hij hunkerde naar genade, maar kende geen barmhartige Samaritaan die hem kon verzorgen en kon optillen. Hij kon zich niet overgeven aan de liefde van iemand anders.
Of toch, op het laatst. Want toen een schotwond hem fataal zou worden, lag hij de laatste uren van zijn leven bij zijn broer op schoot. Bij Theo, die hem altijd financieel had ondersteund en hem had aangemoedigd om te blijven schilderen.
Vincent was zichzelf zijn leven lang als een verworpene blijven zien, onbegrepen en veroordeeld tot eenzaamheid. De roep ‘Hou van mij!’ was vanaf elk doek blijven klinken. Na zijn dood zou dat door miljoenen mensen worden opgevangen. Zijn leven en werk spreekt tot de verbeelding en maakt bij massa’s mensen over de hele wereld emoties los van spijt, medelijden en bewondering. Zijn hartenkreet kennen we allemaal. We zouden ons door de barmhartige Samaritaan moeten laten optillen.
Vincent van Gogh (1853-1890): De barmhartige Samaritaan, 1890, Kröller-Müller Museum, Otterlo.
Doorlezen: Lucas 10:25-37; Johannes 13:1, Romeinen 8:1.
Willem de Vink
Meer over Van Gogh, zijn leven en zijn verhouding met de barmhartige Samaritaan in het boek ‘Dit is liefde, Vincent’.